Herinneringen uit de geschiedenis van De Vijf Vocalen
Meneer Carmiggelt
Eind zestiger jaren, wanneer precies weet ik niet meer, was er opeens meneer
J. Carmiggelt bij De Vijf Vocalen, met zijn “waôgen”. Daarover straks meer.
Meneer Carmiggelt, niemand noemde hem bij zijn voornaam Jan, was een enorm grote
en brede man. Een beer van een vent, om het zo maar uit te drukken. Behalve enorm
was meneer Carmiggelt de rust en de vriendelijkheid in persoon en een vat vol
verhalen en anekdotes.
Zijn functie was niet geheel duidelijk. Hij deed klusjes, pakte boekpakketten in
en bezorgde die ook nog. Met de “waogen” uiteraard.
Daarnaast deed zelden een personeelslid tevergeefs een beroep op hem om iets voor
hem of haar te doen.
Die “waôgen” was een ongeveer 6 jaar oude Opel Kapitän, met stuurversnelling.
Meneer Carmiggelt vertroetelde de “waogen” als ware het zijn eigen kind.
Hij werkte bij de Vijf Vocalen niet om het geld, zo zei hij, maar om iets om handen
te hebben. Zo liep hij “de vrouw”, zoals hij zijn echtgenote altijd noemde, niet voor
de voeten. Zijn vrouw, evenals zijn dochter, werden door hem op een voetstuk geplaatst.
Hij was een gepensioneerde korporaal eerste klasse bij het Korps Rijdende Artillerie, ook
bekend als 'de Gele Rijders. Hij reed in die dagen op een Harley Davidson. Ik heb die
enorme man op foto’s nog wel op die motor gezien. Nu leek een Harley opeens niet zo’n grote
motor.
In die functie had hij jaren gefunctioneerd als speciale koerier van de koningin,
d.w.z. de “oude” koningin, Wilhelmina. Hij haalde en bracht stukken van het vliegveld
naar het paleis en v.v.. Meneer Carmiggelt was zeer op Wilhelmina gesteld. Hij hield
niet op te vertellen hoe zorgzaam zij was voor haar personeel en dat zij hem regemlatig
vroeg of hij wel voorzichtig wilde rijden en of hij wel warm genoeg gekleed was.
Eind zestiger begin zeventiger jaren van de vorige eeuw was de schrijver Simon Carmiggelt
op het toppunt van zijn populariteit. Niet vreemd dat we zeer geïnteresseerd waren of
Simon ook familie was. Dit bleek inderdaad het geval. Het waren volle neven. Meneer
Carmiggelt was echter niet zo te spreken over zijn neef. Hij vond hem arrogant en bleek
hem ooit in verlegenheid te hebben gebracht toen hij Simon, toen beginnend verslaggever
bij het “Vaderland” op Schiphol tegenkwam en Simon hem vroeg wat hij daar kwam doen.
Vervolg op pagina 2