DE VIJF VOCALEN | ||
|
Herinneringen aan de geschiedenis van De Vijf Vocalen
De Wieg
Op de 1e etage was een kleine ruimte, die ‘De Wieg’ werd genoemd. Waarom de
ruimte zo heette was een raadsel.
Op mooie zomerdagen scheen de zon ‘s morgens eerst door het raam aan de Hoge
Nieuwstraat en daarna tot sluitingstijd (van de winkel) door de twee ramen
aan de Kneuterdijk. Het werd er verschrikkelijk warm en het was soms moeilijk
voor degene die daar werkte niet in een middagslaapje te sukkelen. Dat zou de
naam kunnen verklaren.
Eind 60-er en begin 70-er jaren was ‘De Wieg’ het domein van Henk Julsing.
Zendingen met belletrie of school- en studieboeken werden – nadat ze via de
wenteltrap omhoog waren gebracht – er uitgepakt, gecontrôleerd op juistheid
bestelling en van prijzen voorzien. Dat deed Henk in een hoog tempo dat geen
vervanger kon evenaren.Was er een hoeveelheid klaar, dan klemde hij een
ontzagwekkend aantal tussen handen en kin en liep achteroverleunend naar de
boekenlift om ze naar de parterre te laten zakken.
Voor de meute wachtenden die in de zomermaanden de tijd stonden te doden voor
de toonbank was het een stukje vermaak als Henk met zo’n stapel langs liep.
De wieg was ook een geliefde plek om even uit te rusten als het erg druk was,
want het was een ruimte die buiten het zicht van de wachtenden was.
Het zal in de zomer van 1970 zijn geweest dat ik mij er ook even terugtrok,
maar dan wel met de intentie mij nuttig te maken door de Luxaflex van een
sopje te voorzien. Als chef van de school- en studieboekenafdeling moest ik
netjes in het pak mèt stropdas lopen en om het overhemd te beschermen tegen
spatwater deed ik de blauwe schort van de ‘huishoudelijk medewerkster’, mevrouw
Kremer, aan. Het zat erg krap, want ik was veel langer en zij dikker (toen).
Ik hoorde het rumoer in de winkelruimte toenemen, want er was een discussie
tussen een klant en een vakantiekracht. Het ging uit de hand lopen, want de
klant wilde de chef spreken. Dus liep ik naar de toonbank en vroeg waarmee ik
kon helpen. Tal van wachtenden begonnen te lachen, want – naar mij nu bleek –
ik was vergeten de schort uit te doen. De klager vond het helemaal niet leuk,
want iemand die er zo bij liep kon geen leidinggevende zijn en hij voelde zich
iet serieus genomen. Het duurde lang voordat ik het vertrouwen had gewonnen en
de klacht kon afhandelen.
Wat niet werd afgehandeld was het schoonmaken van de Luxaflex. Wie daarmee
verder is gegaan weet ik niet meer, maar vermoedelijk zal Beppie Schneider
dat hebben gedaan. Zij had wèl een passende schort.
In september werd het rustiger op de 1e etage en Prinsjesdag kenmerkte zo’n
beetje het einde van de schoolboekentijd. Bij goed weer (en dat was het altijd)
gingen in de wieg de ramen open en gingen we in de vensterbanken zitten om de
stoet voorbij te zien komen. Vanuit de Gouden Koets boog en wuifde Koningin
Juliana ons toe als wilde zij daarmee haar waardering voor het personeel van
De Vijf Vocalen kenbaar maken. Wassenaar, oktober 2014, Rob Vogel |