Thema uit de geschiedenis van De Vijf Vocalen
Schoolboeken
De Vijf Vocalen had van oudsher een indrukwekkende collectie bellettrie had,
was de verkoop van school- en studieboeken de laatste tientallen jaren van het
bestaan de kurk waarop de zaak financiëel dreef.
Al in 1938 stuurde de heer Visser naar de geachte cliëntêle een brief met dit
briefhoofd
Hij beveelt aan om de school- en studieboeken te bestellen
'voordat men de stad verlaat zodat men dan bij terugkomst de nieuwste drukken en
eventueel benodigde teekenbehoeften kan komen afhalen'.
In 1954 ontstond de eerste folder voor het bestellen van schoolboeken. Voordat die
naar de drukker ging was er wat plak en knipwerk nodig.
Op de nieuwe spelling die een jaar later zou worden ingevoerd werd nog niet
geanticipeerd. Duitsch werd nog geen Duits.
In 1955, het jaar dat deze folder ontstond, zullen ongetwijfeld veel herdrukken
zijn verschenen. De schoolboeken moesten nu de spelling van Het Groene Boekje van
1954 volgen. Duitsch was verleden tijd.
Het voortgezet onderwijs dat kinderen in die jaren konden volgen was sterk verweven
met het sociaal milieu waarin ze opgroeiden. Kinderen van arbeiders gingen naar de
Ambachtschool en Huishoudschool, die uit de middenstand naar de Ulo of Mulo en kwam
men uit de zgn. gegoede stand, dan lonkte de HBS, Lyceum of Gymnasium. Uiteraard
waren hier uitzonderingen op.
In de loop van de 50er en 60er jaren werden de klasseverschillen kleiner en de
regering kwam met een wetsontwerp voor de Wet op het voortgezet onderwijs, vanwege
de omvang ook de Mammoetwet genoemd. De doelstelling was tweeledig: Enerzijds moest
iedere leerling een basisopleiding en een beroepsopleiding kunnen volgen, maar ook
wilde men het onderwijs democratiseren waardoor voor iedereen die dat wilde (en kon)
een middelbare opleiding mogelijk was.
Vooral voor meisjes was dit een grote vooruitgang. Bij het werd vaak amper naar
capaciteiten gekeken en werd de Huishoudschool gezien als een prima opleiding voor
de taken die hen in het huwelijk te wachten stonden. Glazen plafonds moesten nog
worden uitgevonden.
Het is niet voor niets dat de bestseller onder de school- en studieboeken jarenlang
het Haags Kookboek was. Geschreven door de dames F.M. Stoll en W.H. de Groot,
leraressen op de Huishoudschool Laan van Meerdervoort. Uitgeverij van Goor deed er
goede zaken mee.
Overigens zal dit boek ook (gewild of ongewild) in handen zijn gekomen van meisjes
die de MMS of ander onderwijs genoten met als doel hun ontwikkeling te verbreden.
De Mammoetwet bracht veel teweeg in onderwijsland, want het voortgezet onderwijs
werd omgevormd in LBO, Mavo, Havo en VWO. Invoering gebeurde dan ook pas per 1
augustus 1968.
De schoolboekentijd, zoals die bij De Vijf Vocalen werd genoemd, duurde van eind
april tot in september.
Het begon met de ontvangst van de boekenlijsten van scholen. Aan de hand daarvan
werd een schatting gemaakt van wat direct aan scholen moest worden geleverd en de
grootte van een verstandig geachte buffervoorraad voor de eerste stroom kopers.
Ervaring hierbij was bijzonder belangrijk om niet met enorme hoeveelheden
'winkeldochters' te blijven zitten.
Op de Bestelafdeling, tussen schoolboekenafdeling en directiekamer stond een
bijzondere machine. Hij kopeerde de namen en adressen uit het klantenbestand
op enveloppen waarin de folders gingen waarmee schoolboeken en -benodigdheden
konden worden besteld.
Het klantenbestand was groot. Rond de 3000 namen.
Het is nauwelijks meer voor te stellen, maar de machine kopieerde dat niet
automatisch, maar voor iedere fiche waren enkele handelingen nodig. Ook al
omdat het procedé op methylalcohol liep en de machine nogal dorstig was, was dit
geen geliefd werk. De schoolboekenverkopers die hiermee waren belast kwamen na een
uurtje aan de machine gehuld in een alcoholdamp terug op de afdeling en moesten
eerst uitwasemen voordat zij weer geschikt voor de verkoop waren.
De collega's van de bestelafdeling deden de folders in de enveloppen die bij de
expeditie werden gefrankeerd en waarna de heren Immers (50er jaren) en Carmiggelt
alles afleverden bij het postkantoor aan het Kerkplein.
Gelukkig maakte de clientele er flink gebruik van en van eind mei tot begin juli
stroomden de bestellijsten binnen.
De typografie ervan veranderde in de loop der jaren. Van het wat overladen ontwerp
uit begin 60er jaren naar wat rustiger en zakelijker in 1968.
Waar aanvankelijk de ouders als klant werd gezien, verschoof de aandacht naar de
scholier zelf en om die te bewegen bijtijds de schoolboeken te bestellen moest
het dynamischer. Een striptekenaar werd ingeschakeld. Met als resultaat onderstaande
folder in 1970.
                      
En deze een jaar later,
Hoewel dus op jongeren gericht
konden die nog steeds veelal
hun ouders om een boodschap
sturen, want nog steeds kwamen
er talrijke ouders in de zomer
hun tijd op de eerste etage
doorbrengen.
Na de verhuizing naar het Calandplein (School- en Studieboeken)
en Korte Poten (Bellettrie). Misschien dat ouders de gang naar de Kneuterdijk leuker
vonden dan naar het Laakhavengebied waar vaak een weerzinwekkende stank van het
nabije slachthuis hing.
Buiten de schoolboekentijd bestond het personeelsbestand van School- en Studieboeken
hooguit uit drie medewerkers. In mei en juni breidde dat geleidelijk uit met
vakantiekrachten om in de tijd van de schoolvakanties uit te zetten tot zo'n 15
jongeren. Doorgaans leerlingen van middelbare scholen die zo wat konden verdienen.
Niet onbelangrijk was dat ze hier leerden om in teamverband te werken en ervaring
op deden in de omgang met allerlei soorten klanten, want aan de toonbank op de
eerste etage verschenen vogels van verschillende pluimage.
Natuurlijk waren er veel leeftijdgenoten die met hun boekenlijst stonden te wapperen,
maar ook liefhebbende ouders die het voor hun kind over hadden om lang op hun beurt
te wachten. Argument om dat te doen zou kunnen zijn dat men zoon of dochter van rond
de 15 jaar niet met veel geld op pad wilde laten gaan. Een compleet boekenpakket voor
een jaar kostte immers al gauw zo'n 150 gulden. Sinds 1967 waren er wel betaalcheques,
maar om je kind met een getekende en oningevulde cheque met je pasje naar een winkel
te laten gaan was evenmin verstandig.
Omdat uitgevers van schoolboeken er soms voor kozen om in deze tijd boeken te gaan
herdrukken, kon het gebeuren dat er het één en ander niet meer in voorraad was en
bestellen nodig was. De efficiëncy die we moesten hanteren stond klantvriendelijkheid
zoals die ten tijde van de oude heer Visser gebruikelijk was in de weg:'Kan de
bestelling worden bezorgd'? 'Nee'; 'kunt u het tijdens mijn vakantie een paar weken
apart houden'? 'Nee'.
Een belangrijk deel van de klanten kwam uit de betere buurten van Wassenaar en was
dit soort antwoorden niet gewend. Beschaving bleek dan wel eens een dun laagje te zijn
en men vergat de nette omgangsvormen terwijl de medewerk(st)ers die wèl uitdroegen.
Enige frustratie aan de rustige kant van de toonbank viel soms niet te onderdrukken.
Een persoonlijke ervaring:
Een hoge officier van de Landmacht, in uniform en met pet op had al meer dan een
uur voor zoon- of dochterlief tussen het gepeupel op zijn beurt staan wachten.
Eenmaal aan de beurt bromde hij vanonder zijn martiale snor zijn bestelling:
Vermaeserens Atlas van Algemene en Vaderlandse geschiedenis.
Dat was geen bestseller en ik moest de man teleurstellen. Er kwam wat onrustbarend
gemompel onder de snor vandaan dat neerkwam op ongeloof in mijn kunde om het boek te
vinden.
Maar hij koos eieren voor z'n geld en beval mij op luide toon het met spoed voor hem
te bestellen. Ik vulde het bestelformulier in en vroeg zijn naam.
Aan de andere kant van de toonbank ontstond een metamorfose, want hij boog zich
voorover en zei zacht: "Naaktgeboren". Ik zag een moment van glorie ontstaan en vroeg
hem: "Hoe zegt u"? Nogmaals lispelde hij zijn naam waarop ik luidkeels zei: "Aaaah
Naaktgeboren"!!
Misschien droeg het in die tijd tanende imago van de krijgsmacht ertoe bij, maar er
ontstond een luid gelach onder het volk voor de toonbank. Enigszins verschrompeld
baande de man zich een weg richting trap.
Of hij later zelf de bestelling heeft afgehaald betwijfel ik.
Dat een schoolboek niet in voorraad was vanwege de omloopsnelheid was overigens niet
gebruikelijk. Een uitgekiend systeem (vanaf 1971 zelfs met ponskaarten) zorgde ervoor
dat er bijtijds werd besteld bij Wolters Noordhof, Thieme, Nijgh en Van Ditmar danwel
het Centraal Boekhuis. In de Hoge Nieuwstraat was het een af- en aanrijden van
vrachtauto's die dozen met de bestelde titels afleverden.
Aan gelijke kansen voor vrouwen en mannen werd niet gedaan, dus sjouwden de mannelijke
medewerkers de dozen over de gladde en steile natuurstenen trap naar de 1e etage.
Het ging hierbij soms om zo'n 30-40 dozen van zo'n 25 kilo.
Van Arbo had nog niemand gehoord.
Op de foto's: Boven: Rob Vogel; rechtsboven:'Meneer' Carmiggelt en Nico Keilman;
rechts: Rob Wiewel
De dozen werden op de lange tafels langs de ramen uitgepakt, en met potlood van een
jaarcode en prijzen voorzien. De door klanten bestelde exemplaren gingen naar de afdeling
Expeditie en dan werden ze op hun plaats in de rijen met kasten gezet. Van boeken met een
hoge omloopsnelheid werd een buffervoorraad op de kasten of in de hoge kasten in de hal en
en de Bestelafdeling gemaakt.
Werkzaamheden die veelal in overwerk en soms tot in de kleine uurtjes plaatsvonden.
Ook op maandagochtend als de winkel was gesloten werd flink doorgewerkt om voorraden aan
te vullen.
De platenspeler die op de begane grond stond voor de verkoop van linguaphone platen
deed dan goede diensten en zorgde voor arbeidsvitamine.
Het geluidsniveau kon zodanig worden opgeschroefd dat The Golden Earrings, Kinks, Lemon
Pipers en The Move via het trappenhuis en de boekenlift ook op de eerste etage prima te
horen was.
Terwijl de personeelsleden in de pauzeruimte in de kelder hun boterhammen opaten stalden
de klanten hun fietsen, Puchs, Berini's of Kreidlers voor de etalage en wachtten tot ze
naar binnen mochten.
Sommigen maakten van de nood een deugd.
Was het op zo'n maandag één uur dan deed een medewerker van de belletrie de voordeur open.
Een gevaarlijke handeling, want vaak waren er tientallen wachtenden die wisten dat ze zo
snel mogelijk naar boven moesten en dan naar binnen stormden als was het een kudde bisons.
Boven aan de trap trok men een nummertje uit het apparaat en zij met de beste conditie
waren het eerst aan de beurt. Binnen een kwartier stroomde de hele hal vol en het was goed
dat het nummertjesapparaat een flinke rol met meerdere honderden nummers bevatte.
De meeste klanten hadden boekenlijsten bij zich waarmee de medewerk(st)er tussen de kasten
zig-zagden met een groeiende stapel boeken in de handen. Het ronden van een kast om van
het ene gangpad naar het andere te lopen zorgde wel eens voor een pijnlijk moment, want
aan de kopse kant van een kast stond een houten bankje voor medewerk(st)ers die dat nodig
hadden om bij de bovenste planken te komen De bovenzijde van zo'n bankje stak iets uit en
bij het er tegenaan sto
En dat was vaak niet het enige ongemak. Ook was menigeen aan het eind van de dag totaal
uitgepierd, want het was erg intensief werk waarbij een vijfdaagse werkweek vaak met wat
extra loon werd omzeild.
Maar ach, de gemiddelde leeftijd was doorgaans onder de twintig en dan kan je tegen een
stootje. Bovendien vergoedde de goede onderlinge sfeer ook veel.
Het eind van de werkweek werd aan het eind van de zaterdagmiddag gevierd op de afdeling
met een fles wijn of iets sterkers die 's middags in de pauze door iemand was gehaald
bij slijterij De Vergulde Ton aan de Denneweg. Of men ging naar The Palace Pub gevestigd
direct naast het paleis Noordeinde. Uitbater was Ad Lagerwaard die als beatnik en Haags
'fenomeen' zijn naam verbasterde in Lagor Waard. Door de algehele vermoeidheid werd het
nooit laat en was de uitgaansavond afgelopen op een tijd dat hij tegenwoordig nog niet is
begonnen.
Medio augustus was de grootste drukte voorbij en werd het personeelsbestand geleidelijk
afgebouwd.
Voordat eind september de laatste vakantiekracht vertrok, voltrok zich nog een typisch
Haags spektakel op de Kneuterdijk: De stoet kwam op Prinsjesdag voorbij de winkel zoals
op deze foto uit 1969.
De winkel ging enkele uren dicht en de medewerkers mochten buiten gaan wuiven naar
Juliana, Bernhard, Beatrix en Claus en het gevolg. Op de eerste etage ging eerst de
schuifdeur naar de directiekamer dicht, want daar kwam de Commissaris van de Koningin in
Zuid-Holland mr. J. Klaasesz naar Hare Majesteit wuiven.
Het 'werkvolk' deed de schuiframen wijd open en ging in de vensterbanken zitten met de
benen buiten. Het was een welkome onderbreking van de werkdag.
Ook andere stoeten trokken over de Kneuterdijk, want de jaren 1968 en 1969 kenmerkten
zicht door sociale onrust die een uitlaatklep kreeg door grote demonstraties en deze
weg lag mooi op de route tussen Malieveld en het Binnenhof. Zo werd betoogd tegen de
Russische bezetting van Tsjecho-Slowakije, voor vrede in Vietnam,
tegen de wet van minister Roolvink die de regering recht gaf in te grijpen in CAO's
(toen de Knevelwet genoemd)
en trok de eerste demonstratie voor homo emancipatie op naar het Binnenhof.
In de herfst en winter waren er op de school- en studieboekenafdeling doorgaans twee
medewerkers aanwezig. Werkzaam was eigenlijk niet het goede woord, want er waren dagen
bij dat er niet meer dan drie klanten de trap op kwamen. In tegenstelling tot de
zomertijd werden die nu met alle egards behandeld, want zo'n afwisseling van een lange
saaie dag moest je waarderen.
De tijd werd gedood door de vitrines in de toonbank artistiek in te richten met pennen,
tekendozen, rekenlinialen, geodriehoeken en kantoormaterialen die slechts mondjesmaat
werden verkocht.
De algemene ontwikkeling werd gevoed door interessante studieboeken en om niet te
verstrammen werd er een voetbal gemaakt van een bal pakpapier omwikkeld door een boel
cellotape en ontstonden er spannende partijen achter de kasten.
Dat ging zo door tot in het voorjaar de voorbereidingen voor een nieuw schoolboekenseizoen
weer begonnen.
Ook hieraan kwam met de verhuizing naar het Calandplein een eind. Daarover wellicht in eens
andere aflevering meer.
Terug naar het begin