DE VIJF VOCALEN

Herinneringen uit de geschiedenis van De Vijf Vocalen


Memories (vervolg)



Ik herinner mij het volgen van de belevenissen van Jerney Kaagman, die zich ontwikkelde van deugdelijke directiesecretaresse in diensttijd, tot muzikaal slangenmens in haar vrije tijd. De vetste hits passeerden de luidsprekers. Later wierp Jerney zich succesvol op als heuse hoeder van artiesten, verenigd in een vakbond. Uiteindelijk leidden haar inspanningen en haar hits tot vergetelheid. Ik val stil bij de naargeestigheid van Memories.




De oude heer Visser, qua postuur de tegenhanger van zijn hedendaagse patser Obesitas, had iets met nummers. Kennelijk was hij niet in staat om zijn medewerkers bij naam te noemen, want aanmaningen – zelden aanmoedigingen - waren zelfs in persoonlijke gesprekken verworden tot nummers. Ton Zennes was nummer 50, Rob Vogel nummer 71 en ik was nummer 48, weet ik nog uit het dementievrije blote en vooral kalende hoofd. Je schreef jouw nummer op bestelbonnen (BOF= Bestel Opname Formulier) en op kassabonnen, meestal rechts bovenaan.

De houten liftjes tussen de schoolboekenafdeling en de belletrie in het pand op de Kneuterdijk waren bedoeld om op fatsoenlijke wijze boeken en papieren te transporteren. Niets was echter leuker in het verder toch vrij stoffige boekhandelaarsleven, om op bijna geweldadige wijze ‘per ongeluk’ de touwen te laten vieren, waardoor de vracht met donderend geraas de begane grond bereikte, tot tergend tumult van de toenmalige bedrijfsleider, Ben Evertse. Ik hoor hem zich nog melden als hij de zwarte bakelieten telefoonhoorn opnam: ‘Evertse!’. Alsof zich direct daarna iets vreselijks zou voltrekken.

Ach, ik zou nog veel meer herinneringen kunnen opschrijven, want 'de goeie ouwe tijd’ bij dat prachtige bedrijf, wat helaas helaas helaas ter ziele is gegaan, heeft ervaring, vriendschap, vreugde en vooral herinneringen opgeleverd, vele goede en mooie herinneringen. Maar daarvoor zit ik hier niet. Mij is gevraagd of ik een anekdote wilde vertellen. Goh, dat is waar ook.


Zoetermeer, mei 2016, Rob Wiewel